Omgaan met problemen

David Lang

Waarschijnlijk zijn er voor de meesten van ons tijden in ons leven wanneer alles met zo’n duidelijke onvermijdelijkheid aan scherven valt dat we gedwongen zijn om onze aangenomen sociale identiteit op te geven en Thuis te komen in de enige identiteit die overblijft: Wie we werkelijk zijn. Mogelijk zijn deze ervaringen de bron van de raad, die vaak in workshops rond ‘Zien’ gegeven wordt: een goede manier om te onthouden Wie we zijn is om enkele problemen te hebben. Want als onze levens niet goed lopen, zelfs in minder extreme mate, dan vinden we altijd een veilige haven daar waar er niets is om mis te gaan.

In mijn ervaring brengen problemen me nochtans niet altijd Thuis; het is geen vaststaand feit. En het is niet dat ik maar een paar probleempjes heb. Mijn wereld lijkt er soms door overspoeld te worden. En daarom voelde ik ook de behoefte aan een soort instrument, dat ik kan gebruiken om me terug naar Huis te brengen als ik met een probleem geconfronteerd word. Vermits de meest effectieve hulpmiddelen voor mij de oefeningen van de workshops zijn, waar ik moet experimenteren en niet enkel maar denken, heb ik geprobeerd een oefening samen te stellen (gebruik makend van delen van bestaande oefeningen) die ik kan gebruiken als gids wanneer het leven moeilijk is. De rest van deze tekst zal je begeleiden door de oefening alsof je haar uitvoert. Je zult er natuurlijk het meeste uithalen als je haar, nadat je de tekst gelezen hebt, uitprobeert.

Begin met een probleem te kiezen, waar je mee zit. Je kunt het eventueel opschrijven op een stukje papier en dat papier dan in je linkerhand houden. Of je kunt je voorstellen dat je linkerhand het probleem voorstelt. In beide gevallen til je je linkerhand op, ongeveer 45 graden voor je, een beetje aan je linkerkant, en je kijkt naar het probleem daarbuiten, aan het verre einde van je arm. Merk op hoe ingewikkeld het is, hoe tijdelijk het is in de zin dat het een begin heeft, en hoe beperkt het is, in de zin dat, ook al lijkt het groot, het in feite verschijnt tegen een grotere achtergrond. Merk ook op dat het jouw gevoelens oproept of aantrekt van onrust of depressie, of van moed en vastberadenheid. Maar merk bovenal op dat het probleem daarbuiten in de wereld is, aan het verre einde van je arm.

De tweede stap is, terwijl je nog steeds naar het probleem aan het verre einde van je arm kijkt, om je aandacht langs je arm omlaag te brengen, voorbij je elleboog, naar de vage schouder aan de onderkant van het beeld en dan van het beeld af in de Leegte. Is er een hoofd aan het nabije einde van je arm, of een andere hand, of wat dan ook dat een probleem heeft of ermee worstelt? Is de Ruimte van waaruit je kijkt niet zo leeg en helder dat er daar niets is dat mis kan gaan? Met andere woorden: is ze niet vrij van problemen? Houden de gevoelens, die met het probleem verbonden zijn, niet eerder verband met het probleem dan met de Ruimte? Verschijnen en verdwijnen zij niet samen met het probleem? Wat het probleem ook is, kan je de reis niet maken van het probleem en al zijn implicaties omlaag naar de opluchting en de toevlucht van Wie je bent? Leef je, als het ware belegerd door problemen, niet in het onneembare fort van je ware natuur?

Deze vaststelling doet het probleem niet verdwijnen, maar geeft het de plaats waar het thuishoort en waar het het beste aangepakt kan worden. Ze maakt duidelijk dat mijn Identiteit Hier is en het probleem daar. Wie ik ben – en mijn echte eigenwaarde – hangt niet af van enig verwarrend of beangstigend probleem waar ik mee zit.

Dit is in geen enkel opzicht een excuus om het probleem te negeren of te ontkennen. Net zoals je in de oefening blijft kijken naar je linkerhand terwijl je afdaalt naar de Leegte, hou je je oog op het probleem, maar vanuit de positie van het probleemvrije. Het is evenmin een manier om je problemen af te wijzen. Jouw arm, met aan het einde ervan jouw hand die het probleem vasthoudt, is als een boom die oprijst uit de Leegte.

De wortels van het probleem liggen in de aard van je ware natuur. En als je ziet Wie je bent, klim je uit de boom omlaag naar de wortel van het probleem, niet omhoog en weg ervan. Dit is waar het probleem uiteindelijk zijn oorsprong vindt. De Leegte maakt even wezenlijk deel uit van het probleem als de wortels van de boom.

Maar er is geen gevaar dat mijn afdaling in de probleemvrije Leegte een duikeling zou worden in de val van passiviteit en gelatenheid? Niet als ik het onderscheid blijf maken tussen het verre en het nabije einde van mijn arm. Want wanneer ik langs mijn arm omlaag geklommen ben naar de probleemvrije Leegte, laat ik niet per definitie het probleem in mijn hand los. Mijn hand blijft het probleem vasthouden en ik blijf ernaar kijken en er zo goed mogelijk aan werken om het op te lossen, alle middelen gebruikend waarover ik beschik. Tegelijkertijd merk ik nochtans iets helemaal anders op aan het nabije einde van mijn arm: hier is er niet alleen geen probleem om vast te houden, maar er is ook geen hand om mee vast te houden. Hier kan ik niet loslaten omdat ik nooit vasthield. Geen hand, geen greep, geen loslaten van de greep. Net zoals ik open voor de liefde gemaakt ben, zo ben ik gemaakt voor overgave aan problemen – maar op een wijze die daarbuiten, waar de problemen aangepakt worden, alle manieren om problemen op te lossen vereenvoudigt.

De derde en laatste stap van de oefening pakt deze achterzijde van problemen aan: oplossingen. Terwijl je je linkerhand omhoog houdt, til je je rechterhand op in ongeveer dezelfde hoek, maar lichtjes aan je rechterzijde. Kijk ernaar en beeld je in dat ze een mogelijke toekomstige oplossing voorstelt voor het probleem in je linkerhand. Merk op hoe de oplossing noodzakelijkerwijs tijdelijk zal zijn, onderworpen aan herziening of vereenvoudiging, en tenslotte overbodig. En net zoals het probleem gevoelens aantrekt, doet de oplossing dat ook: gevoelens van succes, vertrouwen of opluchting. Maar aan de basis van deze kenmerken ligt het feit dat de oplossing (net als het probleem) zich daarbuiten in de wereld bevindt, aan het uiteinde van je arm. Daal langs je arm af naar de Leegte en je zult ontdekken dat je ware natuur net zo vrij is van oplossingen als van problemen. Je bent niet alleen probleemvrij, maar je bent ook oplossingsvrij! En net zoals je je bevindt aan de wortels van het probleem, bevind je je ook aan de bron van de oplossing. Als je Thuis komt in de Leegte, kom je bij het grote Warenhuis van oplossingen. Wat een praktische plaats om te bereiken – de Opening die het probleem verbindt met zijn oplossing. De Opening die zowel de oorzaak van het probleem is als de bron van de oplossing! Deze plek is in feite geweldig, want ik vind hier de ultieme oorzaak van alle problemen en de ultieme bron van alle oplossingen. Het is als een loper die het innerlijke geheim voor het oplossen van alle problemen opent.

Wat is het innerlijke geheim? Misschien is het dat ik Hier al heb wat ik echt wil, ook al wil ik geen problemen (ik wil ze veranderen in oplossingen) en ook al blijven de oplossingen die ik wel krijg nooit tevredenstellen (ze kunnen zich zelfs tot nieuwe problemen ontwikkelen). Het echte en bevrijdende geheim, dat verscholen zit achter mijn problemen, is dat hun oplossing Hier, beneden en tussenin en binnenin, volmaakt is, terwijl ze op hun eigen niveau maar ten dele oplosbaar zijn. Deze oplossing is altijd beschikbaar, Hier, als ik zie Wie ik ben.

Er is nog één andere kwestie die deze oefening voor mij helpt verduidelijken. Dat is de kwestie van het conflict tussen mijn persoonlijke wil en Gods wil. Hoe weet ik dat wat ik wil ook is wat God wil? Om deze vraag te beantwoorden kijk ik opnieuw naar buiten, naar mijn handen. Daarbuiten zijn problemen en oplossingen, actie, inspanning, wilskracht. Daarbuiten zijn al de wensen en bevredigingen van mijn leven. Ik kijk omlaag langs mijn armen naar de Opening tussen hen. Hier is niet-wensen, niet-doen, niet-willen: ‘keuzeloos bewustzijn’. Deze armen strekken zich uit naar de wereld van willen en actie, niet vanuit mijn hoofd, maar vanuit het lege Godshoofd. Deze armen zijn Gods armen en zij doen Gods wil. En net zoals God de linkse zowel als de rechtse beweegt, zo wil God daarbuiten problemen zowel als oplossingen, want de twee zijn onscheidbaar, twee uiteinden van een wip die steunt op het onbeweeglijke steunpunt van Gods wil. Wat ik echt wil hangt af van Wie ik ben. En als ik Hier kijk, omlaag klimmend van ofwel het probleem of de oplossing in het Godshoofd, dan breng ik mijn persoonlijke wil in één lijn met Gods wil en zeg ja tegen beiden. Op dat moment leeft en wilt en werkt God door mij.

Het diagram stelt het centrale thema van deze tekst voor. Dat is, met de woorden van Ramana Maharshi, dat de oplossing van mijn probleem is te zien Wie het heeft. Hier is opluchting en volmaaktheid. Hier is overgave, geen opgave. Hier is uiteindelijk Gods wil, niet de mijne. Net zoals het diagram is ook de oefening een kaart – vereenvoudigd, algemeen, bedoeld als niet meer dan een hulp. Toch is het in zekere zin ook de werkelijke reis, want als ik die korte afstand afleg van het probleem waarmee ik worstel naar de probleemvrije Ruimte hier, dan stap ik de plaats binnen waar de fundamentele vraag die elk probleem stelt – Wie ben ik? – opgelost wordt.

Headless on Youtube
Full book catalogue
Headless on Instagram

Click here for Headless Podcasts
Click here for workshops with Richard Lang


Click here for information on online hangouts
Click here for an app to connect with Headless friends
Click here fora free e-course
Click here for our online shop
Click here to get the free Headless iPhone app
Click here for downloadable videos of Douglas Harding
Click here for the Latest News
Click here to Donate